“Door inzicht te krijgen in de motivatie van de ander zul je doelstellingen eerder verwezenlijken.” Bron: Bron: http://s04.static-shell-preprod.com/content/dam/shell/static/nld/downloads/venster-2010/venster-jan-feb-2010.pdf
“Alles heeft een begin en een einde, maar de aandacht gaat zelden uit naar het einde”.
Jules Schoenmakers (Shell)
Winning
Aantal putten
“Aantal geboorde putten: circa 300, verspreid over 20 productielocaties.”
Bron: NAM, Groningen gasveld d.d. sept. 2013
http://www.nam.nl/nl/about-nam/facts-and-figures.html#textwithimage_0
GLT Project (Groningen Long Term)
“Tijdens het eind fase van het GL T project worden een aantal clusters geconverteerd naar
satelliet clusters (geel in figuur 85), verbonden d.m.v. natgas pijplijnen met de moeder
clusters. Dit concept heet “Groningen South Development” (GSD). In totaal zullen
compressoren op 20 productie locaties geïnstalleerd worden. Ais onderdeel van het GLT
project worden ook de Overslagen (OV’s) gerenoveerd.”
Bron: Aanvraag wijziging winningsplan Groningen 2007
“In de toekomst zullen de compressoren van nieuwe rotoren moeten worden voorzien ten
gevolge van de steeds verder dalende reservoirdrukken. In een later stadium worden dan
additionele compressor trappen, de zgn. “tweede” en “derde” trap, geïnstalleerd en
voorzien van inter-stage koelers. Rond 2010 (zie figuur B7 rode lijn) zal er geen “free flow” productie meer mogelijk zijn en kan productie vanaf dat moment alleen nog middels compressie plaatsvinden.”
Bron: Aanvraag wijziging winningsplan Groningenveld 2007
Het winnen
“De gasdruk in het veld is inmiddels afgenomen van 350 bar in 1959 tot bijna 100 bar nu. Dat was voorspelbaar. Om nog voldoende gas uit de grond te kunnen halen, begon de NAM in 1996 met de modernisering van het productiesysteem van het Groningenveld. De 29 clusters werden daarbij geautomatiseerd en voorzien van compressoren om de resterende brandstof naar boven te zuigen.
Daarvoor tekende de NAM in 1997 een overeenkomst met het consortium Stork GLT (Groningen Long Term). Het project vergde een investering van 2 miljard euro in vijftien jaar. Inmiddels zijn bijna alle clusters vernieuwd. Halverwege dit jaar moeten de werkzaamheden zijn afgerond. Van Meijeren verwacht dat het Groningenveld daarmee nog ongeveer veertig jaar probleemloos gas kan blijven leveren.”
“Wim van Meijeren, productievoorbereider bij de NAM, benadrukt dat de werkwijze het bedrijf zo efficiënt en zo weinig mogelijk milieubelastend maakt. ‘We kienen het zo uit dat we een optimale productie hebben bij het laagste energieverbruik.’ Met onverholen trots: ‘Onze clusters zijn de Rolls-Royces in de aardgasbranche.’”
“Het boren verloopt in vier stappen. Allereerst graven de medewerkers een boorput. Van daaruit voeren ze de eerste boring uit, tot 400 meter diepte. De diameter van dit boorgat is de grootste. De tweede boring gaat tot de zoutlaag op 1400 meter diepte. De medewerkers verstevigen deze boorpijp met cement. Vervolgens gaat de derde boring tot 2650 meter en de laatste tot 3000 meter, tot onder de watervoerende laag.”
“Mocht het bovengronds onverhoopt fout gaan, bijvoorbeeld door een terroristische aanslag, dan sluit een hydraulische klep de put 100 meter onder de grond af.”
Bron: Reformatorisch Dagblad, Gronings gasveld per ongeluk ontdekt 24-02-2009 Bart van den Dikkenberg
http://www.refdag.nl/gronings_gasveld_per_ongeluk_ontdekt_1_313454
Opmerkingen
· Als de clusters volgens Wim van Meijeren, productievoorbereider bij de NAM, de Rolls-Royces zijn in de aardgasbranche, dan is het onvoorstelbaar dat altijd zo klungelig is omgegaan met de techniek t.a.v.:
1. Het niet kunnen meten van de diepte.
2. Consequent plaatsen van te weinig meters.
3. Gebruik maken van verouderde/onbetrouwbare meters.
Aardgasopslag
Opslag vormt een belangrijke stap voor een stabiele aardgasinfrastructuur. In tegenstelling tot de elektriciteitsinfrastructuur wordt aardgas op diverse plekken opgeslagen om te allen tijde aan de vraag te kunnen voldoen en daarmee de voorzieningszekerheid hoog te houden. Die vraag is beperkt voorspelbaar en varieert onder meer vanwege:
· Korte termijn weersinvloeden: is het koud, dan schiet het aardgasverbruik plotseling omhoog.
· Seizoensgebonden trends: in de winter is de vraag veel hoger dan in de zomer.
· Lange termijn trends: een stijging in de gemiddelde temperatuur leidt tot minder warmteverbruik, maar een stijgende welvaart leidt tot meer aardgasgebruik.
Productiefaciliteiten zelf kunnen niet snel genoeg reageren op de fluctuerende vraag. Voor verschillende typen fluctuaties is opslag ingericht.
|
Hoe groter de afstand tussen de opslag, de bron en de gebruiker, hoe moeilijker vraag en aanbod op elkaar af te stellen zijn. Dit heeft enkele commerciële activiteiten tot gevolg.
Speculatie op vraag en aanbod
Door te speculeren op weersomstandigheden of productiefluctuaties kunnen handelaren winst behalen. Speculatie is mogelijk door productieoverschotten op te kopen en die met winst van de hand te doen wanneer een vraagpiek zich voordoet. Daarnaast speculeren handelaren op de hoeveelheid productieoverschot door opslagcapaciteit te leasen.
De mogelijkheden voor opslag hangen samen met de eigenschappen van de opslagreservoirs en de pompcapaciteit van de bijbehorende gasinstallaties. In onderstaande figuur vind je de kenmerken van drie grote Nederlandse opslaglocaties in de lege velden Norg en Grijpskerk:
|
Aardgasconversie
Aardgas is niet direct geschikt voor eindgebruik wanneer het uit de grond gepompt wordt. Het gas wordt eerst ontdaan van verontreinigingen zodat aan de kwaliteitsstandaard voor een set van eindgebruikers wordt voldaan.
Verontreinigingen
De meest voorkomende verontreinigingen van aardgasbronnen zijn:
· Water veroorzaakt corrosie en vorming gashydraten
· Zwavelhoudende bestanddelen zijn giftig en corrosief
· CO2 verlaagt de calorische waarde, is corrosief, en geeft extra transportkosten
· Hogere koolwaterstofketens geven een verkeerde Wobbe-index*, veroorzaken schade aan leidingen en kleppen, hebben van zichzelf een economische waarde
*In Nederland is de omvang van luchtinlaten van gasfornuizen en CV-ketels zo gemaakt dat de luchttoevoer precies past bij de calorische standaard van Nederlands (G-)gas: de luchtstroom wordt in apparaten daarmee afgesteld op een bepaalde Wobbe-index. Is de Wobbe-index te laag, dan dooft de vlam plotseling uit. De verbrandingssnelheid is dan te laag om het gaande te houden gedurende het verbrandingsproces. Is de Wobbe-index te hoog, dan vormt zich het giftige koolmonoxide (CO) bij de verbranding.
In de praktijk zijn enkele gassamenstellingen veel voorkomend:
· Droog gas komt vooral voor in losse kleine velden, en bevat weinig condenseerbare bestanddelen zoals water of hogere koolstofketens.
· Nat gas komt voor in verbonden aardgasvelden en velden dichtbij aardolievelden. Het bevat veel condenseerbare stoffen.
· Zuur gas bevat veel H2S.
· Basisch gas bevat veel CO2.
Zeepinjecties
6 november 2008 Mischa Brendel
Zeepinjecties voor meer aardgas
De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) gaat biologische zeep in bijna lege gasvelden injecteren. Op deze manier kan de maatschappij meer gas uit de bijna uitgeputte velden winnen. De techniek wordt al toegepast in de Verenigde Staten, maar voor gebruik in Nederland waren er volgens NAM een aantal aanpassingen nodig. De maatschappij heeft deze aanpassingen nu doorgevoerd en gepatenteerd.
In de bijna uitgeputte gasvelden bevindt zich formatiewater. Dit is grondwater dat zich in de gasvelden bevindt, maar geen deel meer uitmaakt van de hydrologische kringloop. Door de toevoeging van milieuvriendelijke zeep ontstaan er zeepbellen met onder andere aardgas. Deze zeepbellen drijven naar de oppervlakte van de velden, waardoor het gas winbaar is. Hierdoor kunnen de bijna uitgeputte gasvelden langer in gebruik blijven.
Bron: http://www.technischweekblad.nl/zeepinjecties-voor-meer-aardgas.78680.lynkx
Dat al deze inspanningen hun vruchten afwerpen, blijkt bijvoorbeeld uit het effect van de zeepinjectietechniek. In 2003 begon de NAM ermee op experimentele basis. In de loop der jaren bleek dat sommige putten zo goed op de periodieke behandeling met zeeptruck reageerden, dat de NAM permanente zeepinstallaties ontwikkelde. Daar zijn nu 27 putten mee uitgerust waarvan 2 offshore, en hun aantal groeit nog steeds. Sinds 2003 is de extra opbrengst door zeepinjecties ruim 1,2 miljard m3 gas.
Bron: http://www.matlamedia.com/attachments/File/Shell_Ambassadeur-04-2012.pdf
Figuur 114
Bron: http://www.shell.nl/nld/aboutshell/media-centre/magazine/2012.html#textwithimage_1
september-oktober 2012
NAM:
“We injecteren de zeep direct in de put op drie kilometer diepte, waar helemaal geen verbinding is met drinkwaterreservoirs. Als een put weer gaat produceren, komt de zeep weer omhoog, met water en condensaat. Het gas wordt gereinigd van condensaat en water. Het water met zeepresten wordt verwerkt op milieuverantwoorde wijze.” (Zie figuur 114 en 115)
Figuur 115
Bron: Ambassadeur, september 2012, Shell
http://www.matlamedia.com/attachments/File/Shell_Ambassadeur-04-2012.pdf
Opmerking
· Met zeepinjecties blijft er uiteindelijk minder gas achter in het Rotliegend dan eerder berekend. Dit heeft invloed op de uiteindelijke compactie.
Meten is weten
De NAM vertelt op 9 oktober 2014:
“De in 2013 uitgevoerde onderzoeken naar oorzaken en gevolgen van aardbevingen leveren veel nieuwe inzichten op. Ook laten de onderzoeken zien dat er ook nog veel onzekerheden bestaan. Om deze onzekerheden te verminderen en de risico’s goed in de gaten te houden, houden we het Groningen-gasveld de komende jaren intensief in de gaten. Hiervoor wordt een groot aantal sensoren en meters in gebruik genomen. NAM streeft ernaar zoveel mogelijk van deze gegevens en analyses voor u beschikbaar te stellen in Feiten & Cijfers. Het Groningen-gasveld wordt daarmee een van de best bekeken stukjes aarde.
Door voortdurend te meten, krijgen we een steeds beter beeld van wat we in de toekomst kunnen verwachten. In het NAM meet- en monitoringsplan staat beschreven welke aspecten van het Groningen-gasveld NAM in de gaten houdt. Kortweg wil NAM de relatie tussen gaswinning en aardbevingen nauwkeurig in kaart brengen van 3.000 meter onder de grond tot meer dan 30.000 kilometer erboven (via de satelliet). Daarmee kan duidelijk worden met welke snelheid de grond kan bewegen bij een aardbeving en hoe gebouwen daar op reageren. Dat zegt iets over de veiligheid en maatregelen die we kunnen nemen.
De belangrijkste doelstellingen van het meet- en monitoringsplan zijn:
– Gegevens verzamelen zodat onzekerheden verminderd kunnen worden en ontbrekende kennis kan worden aangevuld.
– Het inventariseren, zichtbaar maken en aanwijzen van gebouwen met een verhoogd risico voor het programma Bouwkundig Versterken.
– Opstellen van advies aan de minister wanneer gemeten waarnemingen afwijken van de verwachtingen.
– Het aardbevingsrisico in Noordoost-Groningen transparant in kaart brengen.
De meetgegevens die we krijgen door voortdurend te meten, zorgen voor een steeds beter beeld van wat we in de toekomst kunnen verwachten. In 2014 gaan we hiermee aan de slag. “
Bron: NAM-Platform http://www.namplatform.nl/aardbevingen/meten-en-monitoren.html
Opmerkingen
· Wat niet gemeten en transparant in kaart gebracht wordt is een van de belangrijkste onderwerpen: de schade die na een beving is ontstaan, inclusief de schade als gevolg van zettingen in de ondiepe ondergrond.
· Bij de Huizinge-beving was sprake van een horizontale verschuiving aan het maaiveld tot 8 cm. Wanneer het maaiveld al opschuift zullen lagen op met water verzadigde diepere gronden zeker schuiven.
Op meerdere plaatsen zijn de laatste tijd op diverse plaatsen plotselinge veranderingen in de hoogte van waterpeilen geconstateerd, variërend van 30 cm tot 2 meter, die binnen korte tijd weer daalden (bij mij bekend). Deze verschijnselen waren o.a. te zien bij welputten met een diepte tot 8 meter, hetgeen iets zegt van de toestand in de ondergrond.
Er is dus doorlopend sprake van bewegingen in de ondiepe ondergrond met als gevolg trekspanningen, ongelijkmatige zettingen en zettingsschade. Deze schade wordt niet door de NAM erkend en dus niet vergoed.
Met name de laatste jaren is er veel meer schade ontstaan aan fundamenten, die niet anders verklaard kan worden dan door de gevolgen van de gaswinning.
Het past in de strategie van de NAM om tijdens taxaties geen onderzoek te willen doen naar het probleem van zakkingen (C-schade genoemd).
Bron: Studieresultaten betreffende ongelijkmatige zakkingen in verband met aardgaswinning in de provincie Groningen. Deelstudie 1 en 2. http://www.commissiebodemdaling.nl/files/Ongelijkmatige%20zakking%20deelonderzoek%201.pdf
In het rapport ‘Gebouwschade Loppersum 2011’ staat het volgende over onderzoek naar zakkingen: “Bij een inhomogene ondergrond en/of drukverdeling kunnen ongelijkmatige zakkingen over het gebouw resulteren in scheefstand en/of scheurvorming. Hoewel geen onderzoek beschikbaar is waarin dit aspect geïnventariseerd is, kan niet worden uitgesloten dat in een deel van de gemelde schadegevallen een deel van de verschilzetting toe te schrijven is aan dit fenomeen. Wanneer bij een pand met zettingsschade de oorzaak van de zetting wordt onderzocht moet de mogelijkheid van deze oorzaak mee worden genomen.”
“Bodemdaling ten gevolge van aardgaswinning resulteert bijvoorbeeld in een regionale bodemdalingskom, terwijl bodemdaling door het oppompen van grondwater een meer lokale uitwerking heeft.”
Bron: Gebouwschade Loppersum, Deltares 2011
Opmerkingen
· Schade door peilveranderingen heeft dus niet zoveel effect.
· De oorzaak hoeft niet direct te wijten zijn aan peilveranderingen maar meer aan de situatie in de ondiepe ondergrond. Grondwater kan op verschillende dieptes voorkomen.
“Wel is het zo dat de potentie om nog extra verschilzetting te genereren door verdichting steeds kleiner wordt naarmate er meer aardbevingen zijn geweest.”
Bron: Gebouwschade Loppersum, Deltares 2011
“Trillingen als gevolg van de aardbevingen kunnen leiden tot lokale zettingen of vervloeiing van losgepakte fijnkorrelige zanden Dit fenomeen is tot op heden niet waargenomen, maar het kan niet uitgesloten worden dat schade aan ondiep gefundeerde gebouwen (deels) aan dit verschijnsel is toe te schrijven. Aanbevolen wordt bij onderzoek naar de oorzaak van zettingsschade van een bepaald pand de gevoeligheid van de ondergrond voor vervloeien en/of verdichten na te gaan.”
Bron: Gebouwschade Loppersum, Deltares 2011
NB. Bij het tot stand komen van dit rapport waren o.a. de Commissie Bodemdaling Groningen en het Waterschap Noorderzijlvest medeverantwoordelijk.
Eerlijk vertellen wat je denkt
In 2002 werd onder de naam Shell People Survey een opinieonderzoek gedaan onder alle medewerkers van de Koninklijke/Shell Groep. Daartoe behoren ook de medewerkers van de NAM die – bij een gedeeld aandeelhouderschap van Shell en Esso – onder verantwoordelijkheid van Shell wordt bestuurd. Dit onderzoek kreeg als titel: ‘Eerlijk vertellen wie je bent.’
“De NAM-medewerkers spreken zich opvallend waarderend uit over het eerste punt op de vragenlijst, de manier waarop hun bedrijf omgaat met de samenleving en het milieu. Shell/NAM scoort maar liefst dertien procent hoger dan de Global High Performance Norm en zit veertien procent boven de National Norm. En niet alleen dat, maar de waardering van de NAM’ers is ook nog eens twaalf procent groter dan in 2000. Pascale Lazare: ‘Ik denk dat dit komt doordat we de laatste twee jaar hard hebben gewerkt aan onze dialoog met de samenleving.’ Ook voor het tweede item – integriteit met betrekking tot het zakendoen en fairness jegens de eigen medewerkers – worden gunstige percentages gehaald: ‘plus 6’ boven de mondiale norm en ‘plus 9’ boven de nationale.”
“Wat Lazare verrassend vond, was dat de NAM-medewerkers zich aangaande de work/life balance nog een stuk tevredener tonen dan in 2000. ‘Toen was die tevredenheid al beduidend groter dan bij de andere bedrijven, maar ze is nu nog eens met zeven procent toegenomen.’ De enige categorie waarin de NAM lager scoort dan de normen is de klantgerichtheid: minus elf procent voor de mondiale en ‘min twaalf’ voor de nationale norm. Dat het bedrijf er op dit punt sinds 2000 met acht procent op vooruit is gegaan, vindt Lazare een schrale troost. ‘Je kunt natuurlijk aanvoeren dat die lage cijfers worden veroorzaakt door het feit dat de NAM maar één directe klant heeft, Gasunie. Maar daarachter zit de hele Nederlandse samenleving, zit de Nederlandse Overheid die de aardgasbaten ontvangt en zitten onze aandeelhouders. Die dienen we allemaal als onze klanten te beschouwen. Dat gegeven zullen we nog beter naar onze mensen moeten communiceren.’ Zeer tevreden is Pascale Lazare (HR manager Shell) tenslotte over de reactie van de NAM-medewerkers op de vraag of ze zich in hun werk gerespecteerd voelen. Het bedrijf dat binnen de Global High Perfomance Norm het hoogste scoorde, deed dat met 84 procent. En de NAM? Daar voelt niet minder dan 85 procent van de mensen zich in hun werk gerespecteerd. ‘Hoewel die ene procent extra statistisch niet echt significant is, mogen we ons met dat percentage van 85 toch ‘best in class’ noemen. Dit is een heel positief signaal.’ “
Bron: Energie: WAARBORG VOOR ZEKERHEID Maatschappelijk verslag 2002
Hoe denkt de NAM er ook over
“NAM is also aspiring to reassure the people in the affected earthquake area that risks are managed responsibly. Especially since the last earthquakes, concern and anxiety is felt within the community.”
Bron: Study and Data Acquisition Plan for Induced Seismicity in Groningen Planning Report November 2012
http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=2&sqi=2&ved=0CFUQFjAB&url=http%3A%2F%2Fwww.rijksoverheid.nl%2Fbestanden%2Fdocumentenenpublicaties%2Frapporten%2F2013%2F01%2F25%2Fplanning-report-study-and-data-acquisition-plan-forinduced-
seismicity-in-groningen%2Fstudy-and-data-acquisition-plan-seismicity-groningen-version-21-12-
2012.pdf&ei=mshGUoXfMKPF7Aa9m4DAAg&usg=AFQjCNF8T2bPDqlxSSbbvLpy_8P3crhNwA&sig2=rK1xGxRgKBZRYM1B5J2SMg&bvm=bv.53217764,d.bGE
Hoe communiceert de NAM
“Van de Leempunt zegt de kritiek te ervaren als een cadeautje waar je van kunt leren. ,,Als mensen naar mij toe komen en zeggen dat het beter kan, is dat altijd een bedankje waard. Soms raak ik geïrriteerd door kritiek die eenzijdig is. Als mensen iets niet
goed vinden, wordt het maar richting NAM geslingerd. Dan zeg ik: is dat wel reëel? Of zijn er meerdere partijen bij betrokken?’’ Volgens hem komt het voor dat huizen in een dusdanige staat zijn dat de NAM ze moet stutten om ze veilig te stellen. ,,Dat is goed nieuws, want daardoor zullen ze niet meer instorten. Daarna komt er kritiek op de NAM. De stutten moeten zo snel mogelijk weg en alle schade heeft met de aardbevingen te maken. Dat ligt vaak een stuk genuanceerder. Ik zeg niet onmiddellijk dat het met achterstallig onderhoud te maken heeft, maar er is wel degelijk meer aan de hand dan alleen de bevingen. Ik denk dat er een eigen rol voor de bewoners ligt en dat ze ook gewoon hun verantwoordelijkheden hebben.’’”
Bron: Dagblad van het Noorden 30 september 2014
“In de jaren 90 werd het verband aangetoond tussen aardbevingen en gaswinning in Groningen. Sindsdien doen NAM en diverse kennisinstituten als het KNMI en TNO uitgebreid onderzoek naar aardbevingen als gevolg van gaswinning. Hiervoor wordt het meetnetwerk voortdurend uitgebreid en verbeterd. Nieuwe data van aardbevingen worden verwerkt in de rekenkundige modellen en kunnen in de studieprogramma’s leiden tot nieuwe inzichten. Het doel daarvan is om de relatie tussen gaswinning en aardbevingen beter te begrijpen en de gevolgen van gaswinning voor de omgeving waar mogelijk te beperken.”
Bron: Aardbevingen in Groningen, NAM-Platform http://www.namplatform.nl/wp-content/uploads/2013/08/Infographic-aardbevingen-in-groningen-deel-2-versie-januari-2013.pdf
Opmerkingen
· Het is voor veel mensen klare taal. Mensen die er geen verstand van denken te hebben durven hier niet tegen in te gaan. Daar speelt de NAM op in met nietszeggende zinnen die telkens weer hun inzet laten zien. Op voorlichtingsavonden waar halve waarheden als broodjes over de toonbank en als zoete koek naar binnen gaan, maar vooral wanneer problemen zich voordoen bij de herstelwerkzaamheden.
Bewoners met zindelijke vragen worden afgetroefd met technische antwoorden waar ze natuurlijk geen weerwoord op hebben. Lastige vragen worden niet beantwoord of men verandert van onderwerp.
Bewoners zijn bang voor juridische consequenties wanneer ze met zaken naar buiten komen. Ze durven vaak niet te spreken, omdat ze bang zijn dat de onderhandelingen spaak lopen. Veel mensen voelen zich geïsoleerd.. Degenen die niet bang zijn of iets beter onderlegd, krijgen meer gelijk. Bewoners die niet in staat zijn de NAM te pareren of hun gelijk te krijgen voelen zich machteloos. Vaak ontstaan hierdoor lichamelijke en geestelijke klachten.
Natuurlijk gaat niet alles verkeerd. Er zijn veel herstelwerkzaamheden (met name beneden de €25.000) die naar tevredenheid van bewoners zijn of worden afgerond. Maar dat is normaal bij een schadevergoeding.
· De maatregelen die telkens getroffen worden lijken heel zorgvuldig afgewogen: wat kost het en wat wordt ermee bereikt. Iedere keer de grens opzoeken lijkt voor de NAM onderdeel van een bedrijfscultuur. Behoud van reputatie schijnt de doorslaggevende factor bij de manier van communiceren of voor het nemen van maatregelen.
· De taal van Bart van de Leemput is aanmatigend en suggestief.
“De enige categorie waarin de NAM lager scoort dan de normen is de klantgerichtheid: minus elf procent voor de mondiale en ‘min twaalf’ voor de nationale norm.”
Bron: Energie: WAARBORG VOOR ZEKERHEID Maatschappelijk verslag NAM 2002
Ir. A.P.E.M. Houtenbos ziet het zo:
· NAM: rationeel, commercieel bedrijf
– monopoliseert winstkansen, wentelt risico’s af
– buit kennismonopolie risicofactoren uit
– informeert om plannen door te zetten, niet t.b.v. eerlijke risicoafweging
– stopt fouten en onzekerheden in de doofpot
– frustreert en negeert onderzoek derden en stelt critici kalt
– verbergt milieugegevens ten onrechte achter bedrijfsvertrouwelijkheid
– verdeelt en heerst met toezeggingen van financiële steun en nader onderzoek
– richt toegezegd onderzoek in naar eigen behoefte, niet dat van het publiek.
· Wetenschap: dient de opdrachtgever, niet het algemeen belang
– volhardt in onjuiste interpretatie geodetische metingen
– stelt geomechanische* modellen niet ter discussie en verifieert ze niet
– trekt onjuiste publicaties niet in
· Overheid: belanghebbende en rechter tegelijk
– Informeert de mijnbouw over modelfouten, niet het publiek
– Verzet zich actief tegen grotere transparantie
– Trekt nooit vergunning in bij prognoseoverschrijding
Bron: Presentatie ‘Kennis en Macht’.
http://www.co2ntramine.nl/presentaties-congres-gerommel-in-de-ondergrond/#comments
*geomechanisch model: model van het mechanisch gedrag van het reservoir onder variërende spanningscondities.
Zie hieromtrent ook het artikel van Houtenbos uit de NRC d.d. 9 okt. 2013.
Hierin vertelt Houtenbos dat Amerikaanse wetenschappers al in 1990 meldden dat de gaswinning kans op aardbevingen met zich meebrengt, met een kracht tot hooguit 3 op de schaal van Richter. Deze bevingen werden doodgezwegen. En toen er na 1993 geen ontkennen meer aan was, sloeg de NAM aan het bagatelliseren.
“In het stuk over de gasbevingen (‘Kwade kansen’, Wetenschapsbijlage 1&2 maart) wordt gezegd dat de eerste bevingen pas in 1991 waargenomen werden. In werkelijkheid werden de eerste bevingen al rond 1960 gevoeld, vrij kort na het begin van de gaswinning. De autoriteiten en de NAM zelf hebben een groot aantal jaren volgehouden dat gasbevingen niet bestaan, en dat schadeclaims van boeren in Groningen voortkwamen uit fraude en oplichting.
De heer V.d. Sluijs, milieugedeputeerde van Drenthe, heeft destijds zeer zorgvuldig alle gegevens over elke beving verzameld. Het was zo duidelijk als wat dat die bevingen, in dit tot de gaswinning altijd volledig aseismische gebied, direct gerelateerd waren aan de gaswinning. Toen de autoriteiten (en, het spijt mij te zeggen, daarin gesteund door mijn geofysische collega’s) bleven volhouden dat gasbevingen niet bestaan, hebben wij het onafhankelijk platform voor de geologie van het Noorden opgericht. Op een gegeven moment moesten de autoriteiten wel zwichten voor onze bewijzen, en is er een regeling voor schadevergoeding tot stand gekomen.”
Bron: NRC 15 maart 2014 R.D.Schuiling
NB. In dit Geologenplatform had ook Peter van der Gaag zitting.
Opmerkingen
· In de jaarverslagen van de NAM wordt ternauwernood gesproken van risico’s voor derden als gevolg van werkzaamheden, laat staan dat hier gelden voor worden gereserveerd, Er wordt wel gewag gemaakt van risico’s m.b.t. eigen werknemers, materiaal of financiën.
· Houtenbos verwoordt wat veel burgers aanvoelen en ervaren.
Conclusie
· Afgezet tegen de gigantische winsten betekent het dat risico’s kunnen worden verminderd door bv. betere en eerlijker voorlichting, zodat bewoners (ook nieuwe) weten welke keuzes ze hebben, bewoners de mogelijkheid te bieden te verhuizen (uitkopen), nieuwe aardbevingsbestendige woningen te bouwen voor hen die willen blijven, en wier behuizing/opstal niet voldoet aan de nieuwste NEN-Norm, woningen sneller en adequater te verstevigen (incl. fundaties, vergoeden van zettingsschade en het zogenaamd achterstallig onderhoud [het verplicht terugbrengen naar de toestand als voor een beving]), dijken te verstevigen en/of op hoogte brengen, zodat ze bestand zijn tegen een rampscenario (vgl. 1953), de schillen te verkleinen (meer gemalen), enz.
Hoe bewoners worden benaderd door sommige taxateurs van de NAM:
- Deze scheur is niet aardbeving-gerelateerd.
- Dit is C-schade.
- Deze muur gaan we monitoren.
- Jullie moeten bijbetalen, want jullie gaan er op vooruit.
- Jullie wonen op een veenterp.
- Het waterschap is verantwoordelijk, want die heeft het grondwaterpeil laten zakken.
- Deze schade is te wijten aan achterstallig onderhoud.
- Ik mag de schade aan de fundamenten niet beoordelen.
- Het fundament is gemetseld op staal van knipklei.
- Ik mag niet op een ladder hoger dan 2 meter.
- Het huis is zwak gebouwd en gedateerd, daarvoor is NAM niet aansprakelijk.
- Jullie wonen buiten het aardbevingsgebied.
- De buren hebben geen schade, jullie wel?
- Jullie hebben schade in betonvloeren? Dat zeggen ze wel meer!
- Jullie moeten leren leven met aardbevingsschades.
- De waardedaling van jullie huis wijkt niet af van de rest van Nederland.
- Ik zal niet flauw zijn met de schade.
- Ik bepaal wat hier gebeurt!
- Ik kan wel een aannemer voor jullie regelen.