Hierbij transscript van lezing door prof. mr. dr. F.T. Oldenhuis in Vita Nova te Middelstum van 22 mei 2015. Met dank aan Kor Dwarshuis. De originele geluidsopname is hier te vinden.
Beste mensen, wij spreken allemaal een kwartier, hooguit twintig minuten, en als je te lang spreekt, zei mijn wijze moeder altijd, dan wil je alleen jezelf horen. En in Groningen moet je toch kort zijn.
Ik spreek over, mijn vak is letselschade, ik ben hoogleraar Recht en Religie, maar dat is eigenlijk een bijbaan, mijn hoofdtaak is letselschadespecialist en daarom ben ik hier, ook al heeft alles met religie te maken, en heb ik ook die aardbevingsdienst wel bezocht en was ik wel zeer onder de indruk van Gea Bolhuis, ik weet niet of die hier is […] wat zegt u? Bea Blokhuis. Dat was heel bijzonder moet ik zeggen. Maar we hebben het nu niet over religie maar we hebben het nu over recht. Dus ik heb het over juist de schade van de burgers, en mijn collega die hier niet is, die in Berlijn is, die heeft het altijd in zijn speech over de waardedaling gehad, zeg ik ook iets over maar ik denk dat ik mijn handen vol heb aan dit stuk. Dus de vragen over waardedaling komen na de pauze meer aan bod.
Causaliteit en voorzorg. Twee wetsartikelen. Ik heb het Burgerlijk Wetboek zelfs meegenomen, maar zo’n Burgerlijk Wetboek zijn algemene regels en algemene regels geven niet de oplossing. Da’s de eerste teleurstelling vanavond, maar dat moet maar meteen. In de wet staat niet wat nou de oplossing is. Ik heb een tegelzetter gehad die bij mij een wandje moest maken en die zei, ik heb ook een advocaat nodig, en die zegt, het kan zus en het kan zo. Maar verdikkeme nog aan toe, als ik die tegels niet goed horizontaal of vertikaal zet dan kan ik het over doen en jullie kletsen maar wat. Ik probeerde hem uit te leggen dat een regel heel algemeen is, en dat je daar soms twee kanten mee op kan. Nou het kwam niet helemaal over. Maar ik hoop dat het vanavond wel over komt. Dat betekent: roep niet meteen jullie kletsen maar wat. Er zit iets achter. Het betekent dat je twee belangen hebt. Je hebt ook belangen van de overheid, je hebt ook belangen van de NAM, je hebt belangen van de burgers en een rechter moet dat wegen. We zijn ook alle drie rechters. Dus we zitten vaak eigenlijk in dat middenstuk.
Da’s punt 1. Ik meen dat het haast het belangrijkste is om elkaar te kunnen verstaan en te blijven verstaan. 177: “voor schade door beweging van de bodem is aansprakelijk degene die ten tijde van het bekend worden van die schade, de exploitant is.”
Wie is de exploitant op het ogenblik? Dat is de NAM. En de wet heeft dus een specifieke regel, als de exploitant van mijnbouwwerken schade veroorzaakt dan moet ie dat betalen. Het is zelfs een risico-aansprakelijkheid. En risico-aansprakelijk betekent: schuld is van die man, waarvan ie rechtspersoon is niet vereist. ZOgauw die schade er is, moet ie dokken. Beweging van de bodem is ruimer dan aardbevingen. Beweging van de bodem kan ook bodemverzakking zijn. Ja, zegt de NAM, dat komt door klei en door inklinking, waterpeil, grondpeilverzakking. Hoho, als er twee oorzaken zijn, dan hebben wij te maken met de oorzaak via de mijnbouwschade, dan kan je eventueel twee mensen aanspreken, maar dan kan niet iemand zeggen van, ja maar je moet bij de ander zijn. Beweging van de bodem is dus ruimer dan aardbevingen.
Schuld van de exploitant is niet vereist. Maar nou komt het lastige, want als we teruggaan naar de oorspronkelijke tekst: “voor schade door beweging van de bodem is aansprakelijk degene die ten tijde van het bekend worden van die schade, de exploitant is.” Dóór beweging van de bodem, dat betekent, het moet daardoor zijn veroorzaakt, door de exploitant maar als het door iets anders is veroorzaakt, dan geeft die exploitant niet thuis. En daar zitten we al midden in de shit, mag ik het zo even zeggen, in universiteitstaal. Want er is dus “dóór beweging van de bodem”. Ik heb zelfs ook in Groningen gezegd vorige keer, er is een dubbel causaal verband nodig. In de eerste plaats de aardbevingen moeten door de gaswinning zijn veroorzaakt, en in de tweede plaats, de schade moet dan ook nog, aan die gebouwen, door de bodembeweging zijn veroorzaakt en niet door een andere oorzaak, het is dus een dubbelcausaal verband. En wie moet nou wat bewijzen in het recht. In het beginsel moet degene die schade heeft… Wie stelt moet bewijzen. Dus als jij je huis ziet wrikken, er komen scheuren in, dan moet jij zeggen, dat komt van de aardbevingen, ja zegt de NAM dat zal wel van die aardbevingen komen, maar die aardbevingen hebben niks met de gaswinning te maken.
Dat oude verhaal is eigenlijk wel twintig jaar geroepen door de NAM. NAM stelde heel lang dat gaswinning geen aardbevingen kom veroorzaken en daar kwamen ze wel heel lang mee weg. Deden ze dat met opzet, nee dat deden ze serieus, je moet uitgaan van het goede van de mens, daar kun je dogmatisch een hele boom over opzetten, maar je moet er wel uitgaan dat wat iemand zegt, dat ie dat meent. De stelplicht van de eiser. Ik zie al mijnheer Brouwers zijn hoofd schudden, maar het is niet anders. Of gaswinning als oorzaak van de ontstane schade heeft te gelden is dus een juridisch vraagstuk. Maar nee, nee, zeggen de mensen van de NAM, dat is geen juridisch vraagstuk, dat bepalen geologen en aardrijkskundigen en ingenieurs, want die moeten kijken of dat verband er is. Die hebben dus heel lang geroepen, het heeft niks met gaswinning te maken, en dat is niet juist. Er kwamen er zoveel aan, Roswinkel en later, en Huizinge hoeven we niet over te praten, maar in 1996 ging de NAM al om, we vergoeden die schade, maar we erkennen geen aansprakelijkheid.
En dat is dus wel het lastige van deze materie. En in het recht heb je wel vaker dat je een medicus nodig hebt. Maar wij zeggen, uiteindelijk is het een juridisch vraagstuk, en geen medisch of geologisch natuurkundig vraagstuk. Uiteindelijk geven juridische argumenten de doorslag. Niet de ingenieurs hebben het laatste woord maar de rechter. Indien tussen de exploitatie en de ontstane schade het causaal verband niet met zekerheid… Dus tussen de exploitatie en de schade. Die aardbevingsfase hebben we al lang gehad, hoeven we niet meer over te praten. Maar die exploitatie van gaswinning die lijdt tot schade en dan komt de nam bij u en die zegt dat zijn scheuren maar die komen door een bepaalde opwaartse druk van de zeebodem, die komen doordat het grondwaterpeil is verzakt, enz enz en dat wordt nog steeds geroepen, dat verzakkingspeil is algemeen, dat kan niet die scheuren van de gaswinning… dat heeft geen causaal verband. Met andere woorden, als dat allemaal betwist wordt, en dat niet goed zeker is, maar niet onaanzienlijk is, de mate van waarschijnlijkheid niet onaanzienlijk is, schuiven die andere factoren zoals het profijtbeginsel, de aard van de aansprakelijkheid, de aard van de schade veel meer naar voren.
Het is de NAM, het is iemand die daar profijt van heeft, en dan worden dat soort factoren belangrijker. Wie verhoogd gevaar schept, brengt de kans mee dat die schade ontstaat, en dat is een belangrijk gegeven in het recht, als je zelf zeg maar dat creeert dan moet je staan voor de schade die je veroorzaakt en in het recht zeggen we dan, dan mag je ook een lagere graad van waarschijnlijkheid, daar mag je mee genoegen nemen. In de rechtspraak wordt deze bijzondere bescherming veelal toegepast juist bij onroerend goed, je kunt immers niet weglopen, je kunt er niet voor weglopen, je woont daar. Dus als iemand met die exploitatie bezig is, dan zit je gevangen. En dta soort aspecten spelen in de rechtsleer een hele belangrijke rol. Een beroemde meneer Meijers (Eduard Maurits Meijers (Den Helder, 10 januari 1880 – Leiden, 25 juni 1954), red.) de ontwerper van het Burgerlijk Wetboek zei al in 1935 notabene de ondernemer moest dan maar dat werk nalaten, of de nodige voorzorgsmaatregelen treffen, hoe kostbaar ook, ter voorkoming van schade. Van dat oude beginsel daar zijn we wel een beetje van weggedwaald in die hele juridisering.
Dat is een beetje de dagelijkse praktijk. De NAM heeft de regie genomen en die schuift dat toch een beetje weg. Soms wordt wel iets vergoed en soms niet. En ik neem u even mee naar inderdaad naar Loppersum waar dan ook scheuren ontstaan, het huis moet worden gestut (kijk maar hier) en dat er scheuren waren werd erkend door de NAM. Maar het was een tamelijk… de fundering was wat zwak voor dit grote huis, dat stond vast, maar als er geen aardbevingen zouden zijn, dan zou dat zeker de eeuwig… nou de eeuwigheid is een erg zwaar begrip, maar de tand des tijds glansrijk doorstaan. Maar de NAM zei, ja die fundering is wat zwak, dat moet je zelf maar dragen. En dan komen wij als juristen in het geweer, en ik zei niet voor niks, de NAM heeft de regie op dit moment, die stuurt een expert. En dan kan je een contra-expertise, daar staat een bepaald bedrag voor. Wie bepaalt dat bedrag eigenlijk? Dat hoort niet de veroorzaker van de schade te betalen [moet “bepalen” zijn? red]. Nu heeft de Dialoogtafel daaraan getrokken en nu is dat wel wat rechtgezet maar in de grond is dat geen goeie houding. De veroorzaker heeft ook de regie, uitsluitend de regie over de afwikkeling van de schade en als jurist is dat zand tussen de kiezen. Dat gaat bij kleine schades wel maar bij grote schades kan dat niet.
En dat zie je ook hier gebeuren. Dat was ook nog een ondernemer, eh een aannemer, dus die wist precies wat ie deed. De NAM zei, nee, maar die schade van dat zwakke fundament moet je zelf dragen, en ik heb het even uit het Nederlands Dagblad geciteerd: “Onbegrijpelijk dat de NAM” dat zegt dan die ondernemer ”zakkende fundering niet erkend als aardbevingsschade. Alsof ze het gas uit de lucht hebben gepompt.” En als jurist kijk ik hier anders tegen aan. Als jurist zeg ik: als je iemand aanrijdt, op het zebrapad, en je hebt een slechte schedel, een eierschaalschedel noemt men dat in het recht, je hebt dus meer schade dan een ander, dan zeggen we in het recht die schade moet jij voor je rekening nemen, je moet het slachtoffer nemen zoals ie is, en dat betekent dat je ook dat huis wat je aantreft moet nemen zoals het is want jij hebt die schade veroorzaakt. Je hebt niks te zeggen over da’s een zwakke fundering, da’s jouw eigen beslissing. Weggedacht van de aardbevingsschade zou dat huis er staan als een dijk.
En dat maakt ons in zekere zin boos, ik zal dat niet herhalen want vorige keer ben ik uit de slof geschoten en heeft alle kranten gehaald, jammer eigenlijk want het mooie punt nemen die kranten dan niet mee. Het mooie punt is dat wij zeiden, er is een Burgerlijk Wetboek, en als de NAM de regie neemt, dat kan op zichzelf nog wel maar dan moet je dat doen volgens het Burgerlijk Wetboek, en dan kan je nog wel verschillen over de uitleg maar dan moet je dit als uitgangspunt nemen en niet een eigen winkeltje gaan opbouwen. Het lijkt dus wel, denk even aan die Russische spoorbreedtes, alsof de NAM een eigen spoorbreedte heeft opgesteld. En dat is de grondfout, en daar kan je weer een commissie overheen schuiven en kan je wel weer, en nou komt mijnheer Alders en die moet je ook het voordeel van de twijfel natuurlijk wel geven, maar in de grond van de zaak zit daar een structurele fout waar wij als juristen nu dus tegenaan lopen en daarom nemen wij hier de tijd voor, omdat wij zeggen, hier klopt iets niet. En dat betekent dat als u in uw huis schade ziet ontstaan, ook buiten die aardbevingsgebieden ontstaan er misschien, mijnheer Brouwers heeft het al gezegd, Loppersum wordt nu even stilgezet. Maar die andere velden gaan met versterkte mate, wordt daar gepompt. Hoe zit dat dan in die andere velden? Dat is mijn deskundigheid niet maar ontstaan daar misschien meer scheuren? Of meer beweging? Of ook buiten die aardbevingsgebieden? Wie houdt ons op de hoogte exact? Het zijn toch communicerende vaten, of niet soms?
Nou, die transparantie ontbreekt, en dat kan dus eigenlijk niet. Want we zijn ook niet van gisteren. Iedereen die kan dat toch snappen? Dat betekent dus dat de elementaire voorlichting schiet tekort, het wantrouwen wordt steeds groter, en dan om u te citeren uit uw preek in die bevingsdienst dan ontstaan er niet scheuren in de muren maar dan ontstaan er scheuren in je hart maar die zijn veel lastiger te genezen. En dat is wel iets, ik ga hier niet de dominee uithangen, maar ik ben wel door u geraakt in die zin, dat als die waarheid en die transparantie ontbreekt, dan gebeurt er iets wat veel ernstiger is dan scheuren in het huis. U snapt mij heel goed he.
Die omkeringsregel, dat betekent, u volgt dat wel, wie stelt moet bewijzen en dat is ongelukkig. Ik sla heel veel sprongen over, in het speciaal nummer van het juristenblad hebben wij alle drie en nog drie andere mensen daarover stukken geschreven, ik verwijs daar maar naar, maar even im Großen und Ganzen, in het amendement is nu gezegd je moet een omkeringsregel in de wet opnemen. Dat amendement is in de Tweede Kamer aangenomen, ik heb mij daar ook over gebogen en eigenlijk mijn slotconclusie is, dit is dat ingewikkelde amendement, maar daar wordt dus gezegd, indien binnen het effectgebied van een mijnbouwwerk schade ontstaat, die mijnbouwschade zou kunnen zijn, wordt dat vermoed, dat die schade door de aanleg van de expoitatie is veroorzaakt. Dat is de omkeringsregel, dan moet de NAM maar zeggen, nee het is door verlaging van het waterpeil gekomen. En die regel daarvan heb ik nu in het stukje gezegd, in wezen kunnen we ook zonder die regel, de rechter zou die regel ook nu kunnen toepassen in de aardbevingsgebieden. Als je hem in de wet zet krijg je wel heel veel complicaties. Geldt die dan ook voor oude gevallen waar het al allemaal geregeld is. En mijn stelling is eigenlijk, ik ben het in hoofdlijnen met die regel eens maar ik heb gezegd, laat die burgerlijk rechter in de aardbevingsgebieden als regel zeggen dat als er schade aan panden ontstaat, dat dat dan uiteindelijk de schade wordt vermoed aanwezig te zijn en dat de NAM dan het tegendeel moet bewijzen. Ik heb even een citaat gegeven uit het stuk wat nu binnenkort verschijnt. Ik heb hetzelfde gezegd, en heb gezegd ook zonder amendement, want Kamp heeft dat allemaal naar de Raad van State gestuurd, ik heb dat allemaal niet nodig, ik heb nu eigenlijk iets bedacht in de zin dat de rechter thans ook met die algemene regel zoals ie in de wet staat, van wie stelt moet bewijzen, kan je ook van afwijken, dat die rechter, en ik merk ook dat juristen en ook rechters bereid zijn, als ik ze spreek waar dan ook, dan zeggen ze Fokko het is te gek voor woorden, dat mensen in het aardbevingsgebied ook nog een metertje moeten plaatsen, zelf actief moeten zijn, dat moet niet mogen, die moeten in hun stoel kunnen blijven zitten, de ander die begonnen is met het gevaar te verhogen, die hoort in de benen te komen.
Exit dus, en ik zeg het nu wat meer rustiger dan de vorige keer, exit NAM-cultuur: “In het aardbevingsgebied bepaalt de veroorzaker van de schade, de wijze waarop de schadevergoeding is afgewikkeld”. Ik heb dus nu geroepen, elke zeggenschap, hetzij direct of indirect, van de veroorzaker daar hoor je af te blijven bij de afwikkeling. Dan kan je zeggen, hoor eens, als ze het goed doen dan is het toch prima. Jawel, maar op dit moment is het toch teveel vernield zou ik zeggen, en dan hoor je er even af te blijven. Nou kunt u zeggen, er is toch een centrum in Appingedam. Nou, als je even googeld op de site dan zie je dat Arcadis en Oosterhof, dat zijn de aandeelhouders en die zijn dan weer degene die die pandjes opknappen, dan zeg ik van, een onafhankelijke instantie, dat zijn wij drieën bij wijze … ja misschien ook niet meer onafhankelijk … maar dat zijn drie aparte mensen die aan de top staan en die geen enkele band hebben met wat gebeuren moet. Dat is een onafhankelijk orgaan. En als Kamp daarmee schermt, dan denk ik van, dat gaat niet en dan komen wij in de benen want dat laten wij ons niet gezeggen. Maar als dat soort mensen dat soort dingen roepen dan is het Westen weer wat in slaap gesust, en dan zegt men ach, zoals een vriend dat zei, wij hebben bij Schiphol onze geluidsoverlast en jullie hebben het gasprobleem. Maar zo is het niet. Dat betekent dus, dat was het stukje over causaal verband. Voor vragen, straks, nu niet, dat komt na de pauze. Die waardedaling komt ook na de pauze want ook daar heeft de NAM zijn eigen regie. En die zegt, ja, kopers van particuliere woningen, ja daar kunnen we eventueel in een waardedalingstraject in voorzien. Maar het Burgerlijk Wetboek zegt, of je nu een bedrijf hebt of eh, het gaat erom als je onroerend goed hebt, en dat zit in de waardedalingssfeer dan moet je gelijke gevallen gelijk behandelen. En dan mag je niet zomaar zeggen, dan moet je het spoorboekje volgen van de NAM. Ook daar zit dus weer een eigen spoorbreedte, waarvan wij zeggen, het zou best goed kunnen zijn maar niet op deze wijze. En dat is eigenlijk met wat ik bedoel, exit NAM-cultuur. En dat los je niet op met het Centrum Veilig Wonen, dat is een voortgaande belangenverstrengeling. Dat schiet niet op. Mijn buurman, ik woon ook tussen boeren in Enumatil, die zou zeggen, da’s drie keer niks.
Tot slot ik heb het over causaliteit gehad, en dan preventie. Je kunt ook schade voorkomen. De wet zegt, onder schade waarop grond van 177 ook mijnbouwschade vallen ook kosten van iedere redelijke maatregel ter voorkoming of beperking van schade. Maar er moet wel, kijk eens, onmiddellijke dreiging zijn. Ernstige en onmiddellijke dreiging. Als dat zo is, kan je ook maatregelen nemen, stutten, en dat verhalen op de veroorzaker van de schade, de exploitant. En u voelt wel, dat lijkt me in Loppersum en Middelstum niet het probleem. Want dat is, vaak, veelal, is voldaan aan ernstige en onmiddellijke dreiging. Maar in de wet is daar weinig over gesproken. Het is tegelijkertijd met die hele mijnbouwschade opgenomen in de wet. Maar er was net de Borcea-ramp geweest, met besmeurde vogels, door olie en dergelijke. Dat stond die kamerleden voor ogen. En dan praat je eigenlijk amper over die wet, en dan zeggen ze ja we hoeven niet te praten over die criteria. “Onmiddellijk” en “ernstige dreiging” daar is aan voldaan. En ze hebben niet eigenlijk goed op de juridische ins en outs gelet. Niet alle kamerleden zijn juristen he. Dat betekent dat de rechter er aan te pas zal moeten komen om dit uit te spitten. Dat kan niet anders want het is een hele algemene bepaling. Maar dat betekent, maar ik heb wel geroepen, ook in mijn stukje, daar is het citaat, als je huis gestut wordt in Loppersum, dan kan je die kosten ook ter voorkoming van verdere schade, kan je laten verhalen op de NAM, daar hoef ik niet echt voorzichtig mee te zijn, met deze uitspraak. Maar het UMCG, Groningen, ernstige en onmiddellijke dreiging? Ik weet dat nog niet zo zeker. Daar durf ik mijn hand niet voor in het vuur te steken, maar daar zijn natuurlijk wel procedures voor nodig, dat snapt u wel, en dat betekent en nou rond ik af […] dat is de slotopmerking. Toezicht. Ik heb het eigenlijk over causaliteit en ik heb het over preventie, en als er architecten in de zaal zitten en die moeten nieuwe dingen bouwen, dan is dat 184-verhaal razend interessant want welke kosten kun je verhalen en welke NEN-normen zijn nu bezig, nou daar zit een hele wereld achter. In de pauze. Causaliteit heb ik over gesproken. Ik heb gesproken over preventie. En denk nog even aan “exit NAM-cultuurÆ. Wat moet er voor in de plaats, heb ik geroepen, in Groningen. Er moet een aardbevingskamer komen, de rechtbank Noord-Nederland moet de regie nemen. Niet alleen voor de geschillen maar ook voor de mediation. De rechters hebben op dat punt power. Geen arbitrage-commissie. Die valt zo maar om want er zijn veel te veel van die zware gevallen. Daar moet ausdauer komen, daar moet op lange termijn in worden voorzien. Dat was mijn voorstel. Ik ben heel benieuwd of die rechtbank Noord-Nederland daarin meegaat. En dat is nodig denk ik, althans mede nodig, om het vertrouwen, wat echt weg is, te herstellen. Want als ik in de kranten dingen lees van Rutten: 95% van de mensen zijn tevreden, en Kamp: bijna alles is opgelost, dan zeg ik van, dan heb je de zaak niet goed op een rij. Dank u wel.